Patrice Lumumba:
over zwijgen, zuiveren en een tand als erfenis
Patrice Lumumba
Èèn van de zwartste bladzijden uit de Belgische geschiedenis.
Niet zwart omwille van kleur – al speelt dat alles – maar zwart door het diepe morele vacuüm dat het blootlegt: een land dat zich onder het mom van ‘beschaving’ onmetelijke rijkdom toe-eigent, een volk onderdrukt, en een man – die sprak voor zijn volk – systematisch uitwist.
En alsof dat nog niet genoeg is, blijven in ons land de standbeelden van zijn onderdrukkers gewoon rechtop staan. Als pilaren van leugens. Als marmeren geheugenverlies.
Een tand in het leerplan
in Franstalig België is de naam Patrice Lumumba eindelijk bijgeschreven in de schoolboeken.
Een leraar vertelde er met oprechte trots over.
En hoewel dat op het eerste zicht hoopvol lijkt – is het tegelijk een beschamend laat begin.
Want hoe is het in godsnaam mogelijk dat zijn naam überhaupt ooit ontbrak?
Lumumba was geen voetnoot. Hij was een hoofdstuk.
Een gekozen leider. Een visionair. Een martelaar.
Zijn gewelddadige uitschakeling – met Belgische betrokkenheid – is geen randgegeven.
Het is het hart van onze koloniale hypocrisie.
Onderwijs als verlengstuk van verdoezeling
In Vlaanderen blijft het onderwijs opvallend stil.
De woorden ‘rubber’, ‘afgehakte handen’ of ‘uranium uit Congo voor Hiroshima’ verschijnen zelden, laat staan dat er openlijk gesproken wordt over de manier waarop België structureel medeplichtig was aan economische, fysieke en mentale destructie.
Boem staat ook voor bewust onderwijs.
Voor lessen die niet worden gesponsord door politieke lafheid of marmeren nostalgie.
We moeten onze kinderen geen trots leren op standbeelden –
we moeten ze leren waarom sommige ervan moesten sneuvelen.
Een standbeeld voor Leopold II is als een standbeeld voor zwavelzuur.
Beide hebben alles weggevreten wat waardevol was.Boemsy
Wie was Patrice Lumumba?
Hij was geen extremist.
Hij was geen revolutionair met wapens.
Hij was een leider met woorden.
Een man die geloofde in een onafhankelijk Congo – vrij van Belgische greep, vrij van slavernij met handschoenen aan.
Op 30 juni 1960 sprak hij de beroemde woorden uit die België deed sidderen:
“Wij zijn geen bedelaars om vrijheid. Wij eisen wat ons toekomt.”
Dat moment – live uitgezonden – was geen speech, maar een onvergeeflijke daad van zelfrespect.
En in de ogen van België en haar bondgenoten was dat gevaarlijker dan eender welk geweer.
De uitwissing van een stem
Wat er daarna gebeurde, weet men liever niet.
Maar wij vergeten het niet.
Op 17 januari 1961 werd Lumumba gemarteld, vernederd en vermoord.
Met goedkeuring van Belgische officieren, CIA-maniakale tactieken en Katangese handlangers.
Zijn lichaam werd opgelost in zwavelzuur. Wat terugbleef? Een tand. Eén tand.
Meer mochten de nabestaanden niet ontvangen.
Een tand als trofee. Een natie als slachtoffer.
België probeerde zijn stem te begraven,
maar wat doe je met een stem die eeuwig blijft galmen?
Wat doe je met een naam die, zelfs als hij niet in je leerboek staat,
in het geweten van je land gegrift is?
Patrice Lumumba is geen verleden. Hij is een spiegel.
Voor onze geschiedenis. Voor ons onderwijs.
Voor wie wij kiezen te herdenken… en wie we liever vergeten.
De rol van de media: het zorgvuldig geselecteerde zwijgen
Wat deze geschiedenis extra wrang maakt, is niet alleen het politieke stilzwijgen,
maar ook het journalistieke.
Want waar was de Belgische media toen Lumumba werd uitgewist?
Waar is ze vandaag, wanneer zijn verhaal wordt ingekort tot een voetnoot, een quote, een randartikel op pagina 16?
De media — die zich graag voordoet als waakhond —
heeft zich in dit dossier jarenlang gedragen als een aangelijnd huisdier.
Niet blaffend. Niet bijtend. Maar netjes zwijgend aan de kant van het systeem.
En die traditie zet zich voort.
Over koloniale erfenissen. Over racisme. Over geweld.
Wat te ongemakkelijk is voor het collectieve geweten,
wordt simpelweg… niet uitgezonden.
Stilte is geen toeval.
Het is redactioneel beleid.
Lumumba stierf van staatswege.
Wat hem werkelijk uitwiste, was de beleidsstilte die volgde...Boemsy
