Het idee alleen al dat men in Washington — in 2025 — “serieus nadenkt” over een mogelijke oorlog met China, voelt als een script uit een slechte reboot van de Koude Oorlog. Alsof ze het moreel kompas ingeruild hebben voor een aandelenportefeuille in defensie.
Want laten we het beest bij z’n naam noemen:
👉 Een oorlog met China betekent géén heldhaftige veldslag of vlag op een berg.
Het betekent:
een wereldeconomie die instort,
miljarden mensen in chaos,
technologische infrastructuur verlamd,
en ja… mogelijk zelfs nucleaire dreiging.
Dat is niet nadenken, dat is gokken met de toekomst van de mensheid.
En waarom?
Om geopolitieke dominantie? Om containers vol microchips?
Of gewoon omdat er weer verkiezingen aankomen en niets de schijn van daadkracht beter opwekt dan een “externe vijand”?
De echte vijand zit niet in Peking. Die zit in het idee dat macht belangrijker is dan menselijkheid.
De echte strijd is niet tegen China, maar tegen armoede, klimaatcrisis, ongelijkheid, corruptie, white-collar criminaliteit…
En die strijd kunnen we alleen winnen met elkaar, niet tegen elkaar.
Dus ja, het is een verontrustend signaal. Maar het is ook een kans.
Een kans om te tonen dat de wereldburger slimmer is dan de oorlogszuchtige elite.
En als het aan Boem ligt?
Dan zetten we daar geen soldaten tegenover.
Maar een miljoenenleger aan bewustzijn, educatie en satire.
